13-02-2013 - Snowboarden, Nieuws

Couchcrashen bij De Gnarlberg Steinbocks Deel 2

Vorige keer kon je het eerste deel van ‘Couchcrashen bij de Gnarlberg Steinbocks’ lezen. Wat we daar hebben meegemaakt in twee weken Arlberg was simpelweg niet te proppen in zeven pagina’s. Vandaar dat we het uitspreiden over twee nummers. Even een kleine fl ashback, wat hadden we ook alweer gedaan? Iets met ontelbare epische treeruns, iets met struikelen over internationale fi lmcrews en ik geloof ook iets met Russen die helikoptervluchten betaalden. Dat was nog maar de helft van het verhaal, hier volgt het tweede deel.

Tekst & Fotografie: Michiel Rotgans

“Dropping!”… Stilte… Poef! Ik sta aan de zijkant van een natuurlijke kicker en zie net Bas Elhorst voorbij komen vliegen met een backside540. Veertien meter verder landt hij switch in de poeder en rijdt hij verder alsof er niets gebeurd is. Even realiseer ik me dat wat hij daar net deed best bizar was, omdat het er zo gemakkelijk uitzag. Alle Steinbocks (Bas, Irian, Chris, Juan) zijn vandaag van de partij inclusief de aanhang van Irian, in de vorm van Fins freeridechick Mikaela Hollsten. We hebben bovenop de Arlberg pas de stoeltjeslift gepakt in Zürs en bevinden ons op een goede 2500 meter hoogte. Mijn snor is bevroren, het teken dat het hier toch best koud is! We zijn op zoek naar terrein om een aantal actieplaten te schieten en zijn tegen deze natuurlijk kicker en dito landing aangelopen. Bas slaat met zijn plank het lipje van de cliff plat en zegt: “Zo, dit moet wel werken als afzet.” ‘First try’ springt hij een backside540 en komt hij perfect uit in de landing. “Zo, ik wilde voor een drie gaan maar het werd een vijf, die kan nog wel ietsjes netter!” Zo gezegd, zo gedaan, Bas maakt een hike omhoog, herhaalt de aanloop, herhaalt de inzet en zet een vloeiende 540 neer. Mijn camera klikt er op los en de eerste actie van de dag is vastgelegd. Juan en Irian springen een aantal 360’s en Chris is vooral bezig met gestylede straight-airs. Na een uur zit de landing vol met kraters. Op naar het volgende shot.

Big-mountain in Zürs
“I’m a cityboy!”, gil ik de longen uit mijn lijf wanneer ik achter de Steinbocks aan omhoog loop. Het tempo zit er aardig in, de mannen zijn fi t aangezien dit dagelijkse kost is. Ik had dit nooit moeten roepen, aangezien Cityboy mijn bijnaam werd voor de rest van de trip. We lopen de helling omhoog waar we net aan het springen waren en gaan richting de Wasenluppe. Een hike van 400 hoogtemeters die in het begin goed te doen is, alleen steeds steiler wordt naarmate je de top nadert. Het eerste stukje is dan ook geen probleem, Chris en Irian gaan voorop en als echte Steinbocks galopperen ze de berg op, iedereen volgt in een vlot tempo. Ze laten een goed spoor van treden achter, zodat de rest van de groep gemakkelijk kan volgen. Dit is pas een stairway to heaven. De rechte lijn waarin we klimmen gaat een couloir in en deze gaat over in een zigzaggend traversespoor. Na drie kwartier klauteren kijk ik nog eens achter me en vraag: “Wat is nu de ‘worst-case-scenario’? Als ik een misstap maak, wat zijn dan de gevolgen?”“Ja, je glijdt een paar honderd meter terug naar de kicker waar we drie kwartier geleden stonden”, antwoordt Bas. Oke, beter blijf ik dus gewoon op mijn benen staan. Om vanuit de couloir de kam op te komen moeten we eerst een overhangende windlip opklimmen en die is nogal steil. Bas hakt met zijn board de opening wat groter en gaat als eerste. Best indrukwekkend om dit zo te zien, aangezien een fout niet geheel zonder consequenties is. Uiteindelijk is het mijn beurt, ik geef mijn plank alvast door, zodat ik een extra hand tot mijn beschikking heb.

 Fijn zo’n cameratas op dit soort momenten, een paar extra kilo’s op de rug is hetgeen ik nu even niet kan gebruiken. Het was sketchy, maar uiteindelijk sta ik dan bovenop de windlip. Dit is pas big-mountain! Het uitzicht is bizar, we overzien de vallei van Zürs. Chris vindt het nodig om bovenop één van de door de wind gevormde stukken van de windlip te lopen. De rest vindt het een minder goed idee en heeft plaatsvervangende hoogtevrees voor hem.

We hiken weer wat, dalen af door een steile couloir en staan voor de keuze: gaan we omhoog of naar beneden? Omhoog is een steile klim van een half uur met de mogelijkheid een paar vette spines te vinden. Omlaag is een vette dalafdaling richting Stuben. We kiezen voor de minder comfortabele optie en het half uur erna wordt zweten. De helling is minstens vijftig graden. Ik sta letterlijk met mijn borst tegen de sneeuw aan en klim voor mijn gevoel praktisch recht omhoog. Mijn board steek ik steeds als een anker in de sneeuw en ik trek me daar aan op. Na een tijdje sta ik bovenaan. Ik ben onder de indruk van wat je in staat bent om te klimmen. Het enige jammere is dat de spines die we voor ogen hadden onberijdbaar blijken. Ik daal af via dezelfde wand als ik ben geklommen en ben in vier grote bochten weer beneden. Drie kwartier verder sta ik weer op dezelfde plek, veertig minuten klimmen voor vier bochten, niet de ideale verhouding maar wel het avontuur waard. De dalafdaling smaakt goed. Grote uitgestrekte velden met poeder waar je van die lekker gedoceerde sprays kan trekken.

We komen aan bij de bushalte, we moeten eerst terug naar de bovenkant van de de Arlbergpas om de auto te halen. Een hele dag hebben we ons vermaakt in de backcountry. En we hebben slechts twee liften gepakt. Dat kan alleen maar in Arlberg. De zon trekt uit het dal en in tien minuten wordt het vijftien graden kouder. Aangekomen bij de auto besluit ook die niet meer te willen starten. Dan maar met Irian mee, dat lossen we later wel op.

Mini-Alaska
Al jaren ben ik geobsedeerd door spines, volgens mij is er niet echt een Nederlands woord voor. Daarmee bedoelen we de richels die verticaal naar beneden lopen in het terrein, je ziet ze altijd veel in films met een Alaska-segment. Freeriders gebruiken ze altijd voor hun sluf-management. Wanneer er tijdens je lijn veel sluf achter je aankomt duik je de volgende spine in en dan blijft de sluf bij je uit de buurt. Op de foto doen ze het goed wanneer het licht er op de juiste manier op valt, je krijgt dan een mooie plaat met allemaal nuances in de witte sneeuw. In Arlberg is er een spot en die heet Mini-Alaska. Waarom? Om de spines, ze bestaan echt in Europa. Voor Mini-Alaska moet je vroeg uit de veren, hij ligt maar tot elf uur in de zon. Overigens is er niets miniems aan, het is een officiële hang met zieke lijnen, waar het goed fout kan gaan. Na ieders lijnen goed doorgenomen te hebben, staat de eerste klaar om in te droppen. Chris en Irian gaan voor een mega steile hang met een zes meter hoge cliff halverwege.

Chris gaat als eerste, dropt de cliff en rijdt Mach één verder. Dit is niet normaal, zoiets heb ik nog nooit voor mijn camera zien gebeuren. Irian volgt hem, neemt een langere aanloop en vliegt in plaats van zes wel twaalf meter diep. Ook hij landt hem en rijdt in volle vaart de rest van zijn lijn uit. Ik klik er op los en zit vol ongeloof naar het resultaat te kijken. Bas heeft een drop gevonden waarvoor hij eerst over een super smalle spine moet rijden en dan blind een gat in moet springen. Hij visualiseert zijn lijn nog één keer en dropt in. Bochtje, bochtje, laten lopen, drop… Poef! En weer een perfecte landing. Mijn jarenlange zoektocht naar het shot met de perfecte spine is over. In alle enthousiasme heb ik hem op de cover van de vorige Taste gezet. Als laatste is Mikaela. Zij gaat voor een iets minder technische afdaling en zet lekker een paar sprays neer. Een fijn freerideplaatje is het resultaat, zo zie ik het graag. Vanaf Mini-Alaska rijden we het dal in door een reservaat waar we eigenlijk niet mogen komen, dit dus even niet verder vertellen. Wanneer we op elkaar staan te wachten komt er vanuit de bosjes een ‘Steinbock’ voorbij sprinten. Heel even blijft hij staan. Hij kijkt ons aan en schiet verder de bosjes in. Een vette manier om deze ochtendsessie af te sluiten.

 De Homerun
In de middag doen we als afsluiter de Homerun. En ook dit is zo’n echt pareltje dat niet met woorden te omschrijven valt. De homerun is een noord-helling, ligt bijna altijd in de schaduw en is beschermd tegen de wind. Zelfs als alle andere runs veranderd zijn in moguls ligt er op de Homerun nog zachte poeder. Je moet er een half uur voor lopen maar dan krijg je ook wat. Bovenin zijn er bijna geen bomen en is er genoeg plek voor wijde ruime bochten. Halverwege wordt het wat krapper en moet je slalommen door het bos. Onderaan kom je uit in het dorp en snowboard je zo door de achtertuin naar huis. Dit is er zo eentje die moeilijk uit te leggen is, eentje van het type: je had er bij geweest moeten zijn. Na het boarden rij ik met Bas de pas op om mijn auto te starten. Daar aangekomen kan ik mijn ogen niet geloven, mijn twee linkerbanden zijn lek gestoken.

Na mijn eerste verbijstering geef ik het snel een plekje en ik gooi het maar op dronken Russen, nu dus maar een dagje later naar huis. De ochtend erna ga ik gewapend met twee krikken de pas op, haal de twee wielen er af, ga naar het dal voor twee nieuwe banden en sta een uur later weer met vier goede banden op de berg. O ja, nu nog die motor aan de praat krijgen. Ondanks al het gedoe met startkabels geeft de wagen geen kik, hij staat al twee dagen op 1800 meter hoogte bij een gevoelstemperatuur van min dertig en heeft meer weg van een ijsklompje dan van een auto die me naar Nederland gaat brengen.

Timo Hermeler, een freerideskiër die al jaren in Sankt Anton woont schiet me te hulp. We besluiten de auto door Zürs heen te slepen richting Lech, vandaar gaat de weg alleen maar naar beneden en ik kan de motor starten door in zijn twee de koppeling op te laten komen. We slepen de auto naar het hoogste punt en halen de sleepkabel er af. Timo blijft achter mij rijden om het achterliggende verkeer tegen te houden wanneer ik de koppeling op laat komen. In de volgende vijf minuten laat ik de koppeling wel twintig keer opkomen. De wagen is zo ver heen en maakt geluiden die ik nog nooit heb gehoord. Lech is in de verte al in zicht en wanneer ik daar ben is er geen mogelijkheid meer om dit trucje uit te halen. Inmiddels zit er een hele fi le achter de wagen van Timo, wat ook wel de nodige stres oplevert. Uiteindelijk heb ik nog één kans om snelheid te maken en de motor te starten en stom toevallig schiet de wagen aan.

Vraag niet hoe, hij trilde aan alle kanten maar hij deed het. Ik zat onder de adrenaline, bedankte Timo, liet de motor een tijdje stationair draaien en vertrok naar Nederland. Wat ik de afgelopen twee weken in positieve en negatieve zin in Arlberg had meegemaakt was niet te bevatten. Ik weet niet hoe mijn volgende winter er uit gaat zien maar hier kom ik zeker terug. Monsterchicken, Jackson Hole, Neverland, Heli-Highway, Zürs, Mini-Alaska en de Homerun, we’ll meet again!

 van